Zaaktypebeheer Ondersteunde inrichting: verschil tussen versies

Uit ZaaksysteemWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
(Meerdere regels voor een kenmerk)
(Meerdere regels voor een kenmerk)
Regel 196: Regel 196:
  
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="width:800px">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="width:800px">
Goed is bijvoorbeeld:
+
Goed is bijvoorbeeld:   (verberg/toon)
 
<div class="mw-collapsible-content">
 
<div class="mw-collapsible-content">
  
Regel 215: Regel 215:
 
</div>
 
</div>
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="width:800px">
 
<div class="toccolours mw-collapsible mw-collapsed" style="width:800px">
Goed is bijvoorbeeld:
+
Goed is bijvoorbeeld:   (tussenkenmerk)
 
<div class="mw-collapsible-content">
 
<div class="mw-collapsible-content">
  

Versie van 2 jun 2016 om 19:41

Algemeen

Zaaktypen kunnen in het Zaaktypebeheer door de zaaktypebeheerders zelf ingericht worden naar de wensen van de organisatie. Het uitgangspunt is natuurlijk dat de regels niet gebruikt moeten worden om het proces volledig te automatiseren, maar het is in principe mogelijk om elke voorstelbare situatie te bouwen door de juiste combinatie van kenmerken, kenmerkgroepen, en regels die deze tonen, verbergen en automatisch invullen. Het systeem geeft deze vrijheid zodat de zaaktypebeheerder de inschatting zelf kan maken, maar dit betekent dat het systeem ook foute inrichtingen toelaat. Naarmate een zaaktype complexer wordt is de kans op foute inrichtingen groter.

Het aantal mogelijke scenario's is oneindig, maar op deze pagina wordt een poging gedaan om in grote lijnen hoe kenmerken en regels werken, en welke situaties daarom wel of niet ondersteund worden.

Kenmerk in meerdere fasen tonen

Elk kenmerk bestaat maar één keer per zaak. Wanneer een kenmerk tweemaal toegevoegd is aan het zaaktype, betekent dit enkel dat het op twee plekken in de zaak getoond wordt en dus niet dat het twee keer bestaat (een eenvoudige vergelijking hiervoor is dat een zaak door twee gebruikers op twee verschillende computers getoond kan worden, maar het blijft natuurlijk maar één zaak). Dit betekent bijvoorbeeld dat wijzigingen in het ene 'kenmerk' ook gedaan worden in het andere 'kenmerk'. Wanneer regels vervolgens acties uitvoeren op deze kenmerken kan het gemakkelijk fout gaat doordat de regels in de fasen verschillend met het kenmerk omgaan, waardoor een conflicterende situatie ontstaat.

Fout is bijvoorbeeld:


Fase 2:
Kenmerk A - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk B - Tekstveld

Regel 1 - Als A = ja, dan toon B, anders verberg B


Fase 3:
Kenmerk C - Enkelvoudige keuze (akkoord/niet akkoord)
Kenmerk B - Tekstveld

Regel 1 - Als C = akkoord, dan toon B, anders verberg B


In deze situatie zal er een conflict optreden voor kenmerk B wanneer A = ja en C = niet akkoord. Kenmerk B wordt dan door fase 2 getoond, terwijl het door fase C verborgen wordt.

Goed is bijvoorbeeld:


Fase 2:
Kenmerk A - Enkelvoudige keuze (ja/nee)

Regel 1 - Als X, verberg A


Fase 3:
Kenmerk A - Enkelvoudige keuze (ja/nee) Kenmerk B - Tekstveld

Regel 2 - Als X, verberg A Regel 3 - Als A = ja, dan toon B, anders verberg B


In deze situatie is kenmerk A in beide fasen opgenomen, en wordt dit kenmerk in beïnvloed door een regel. Deze inrichting is goed, omdat het kenmerk in beide fasen onder exact dezelfde voorwaarden exact hetzelfde wordt beïnvloed.

Wanneer een kenmerk in meerdere fasen opgenomen is dan moet het kenmerk in alle fasen op dezelfde manier beïnvloed worden, tenzij het een systeemkenmerk is.

Goed is bijvoorbeeld:


Fase 2:
Kenmerk A - Enkelvoudige keuze (ja/nee)

Regel: Als ..., verberg A


Fase 3:
Kenmerk A - Enkelvoudige keuze (ja/nee) (systeemkenmerk) Kenmerk B - Tekstveld

Regel: Als A = ja, dan toon B, anders verberg B


In deze situatie is kenmerk A in beide fasen opgenomen, en wordt dit kenmerk in fase 2 wel beïnvloed door een regel, terwijl dit niet zo is in fase 3. Deze inrichting is desondanks goed, omdat het kenmerk in fase 3 ingesteld is als systeemkenmerk.

Wanneer een kenmerk in meerdere fasen opgenomen is dan moet het kenmerk in alle fasen op dezelfde manier beïnvloed worden, tenzij het een systeemkenmerk is.


Verbergen van systeemkenmerken

Een systeemkenmerk is nooit zichtbaar,dus een regel 'Toon/verberg kenmerk' of 'Toon/verberg kenmerkgroep' zal geen effect hebben op de zichtbaarheid van het kenmerk. De waarde van het kenmerk zal echter wel verwijderd worden wanneer het kenmerk 'verborgen' is door een regel.

Fout is bijvoorbeeld:


Kenmerkgroep X
- Kenmerk A - Tekstveld - Systeemkenmerk

Regel 1 - Als ..., dan verberg X


In deze situatie zal kenmerk A geen waarde bevatten wanneer kenmerkgroep X verborgen wordt.


Kenmerk de eigen kenmerkgroep laten beïnvloeden

Een regel mag een kenmerkgroep niet beïnvloeden op basis van een kenmerk dat in die groep voorkomt.

Fout is bijvoorbeeld:


Kenmerkgroep X
- Kenmerk A - Enkelvoudige keuze (ja/nee)

Regel 1 - Als A = Ja, dan verberg X


In deze situatie zal er een conflict optreden, want wanneer A = Ja, zal de kenmerkgroep verborgen worden, waardoor kenmerk A verborgen wordt en de waarde verwijderd wordt, waardoor de regel niet meer waar is, waardoor de kenmerkgroep weer getoond wordt.


Vul waarde in op verborgen kenmerk

Wanneer een kenmerk verborgen is moet er geen waarde in geplaatst worden door de regelactie 'Vul waarde in'.

Fout is bijvoorbeeld:


Kenmerk A - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk B - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk C - Tekstveld

Regel 1: Als A = ja, dan verberg C
Regel 2: Als B = ja, dan vul 'Tekst' in C


In deze situatie zal er een conflict optreden, want wanneer A = Ja en B = Ja, zal kenmerk C verborgen worden waardoor de waarde verwijderd wordt, terwijl er tegelijkertijd een waarde in geplaatst wordt.

Meerdere regels voor een kenmerk

Wanneer meerdere regels hetzelfde kenmerk beïnvloeden, dan moeten deze regels geen conflicterende acties uitvoeren.

Eenvoudige situatie:

Fout is bijvoorbeeld:


Kenmerk A - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk B - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk C - Tekstveld

Regel 1: Als A = ja, dan toon C, anders verberg C
Regel 2: Als A = ja, dan toon C, anders verberg C


In deze situatie zal er een conflict optreden wanneer A = ja en B = nee, of andersom. Regel 1 zal het kenmerk dan tonen, terwijl regel 2 het kenmerk zal verbergen.

Goed is bijvoorbeeld:


Kenmerk A - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk B - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk C - Tekstveld

Regel 1: Als A = ja EN/OF B = ja, dan toon C, anders verberg C


In deze situatie zal er geen conflict optreden, want door beide voorwaarden in één regel op te nemen kunnen de acties niet met elkaar conflicteren.

Complexe situatie:

Fout is bijvoorbeeld:


Kenmerk A - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk B - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk C - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk D - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk E - Tekstveld

Regel 1: Als A = ja EN B = ja, dan toon E, anders verberg E
Regel 2: Als C = ja EN D = ja, dan toon E, anders verberg E


In deze situatie zal er een conflict optreden, wanneer A = ja EN B = ja, en C = ja EN D = nee, of een andere combinatie waarin regel 1 waar is terwijl regel 2 niet waar is. In dat geval zal de ene regel kenmerk E tonen, terwijl de andere regel kenmerk E zal verbergen.

Goed is bijvoorbeeld: (verberg/toon)


Kenmerk A - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk B - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk C - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk D - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk E - Tekstveld

Regel 1: Als Contactkanaal = Alle opties, dan verberg E
Regel 2: Als A = ja EN B = ja, dan toon E
Regel 3: Als C = ja EN D = ja, dan toon E


In deze situatie zal er geen conflict optreden, want door het kenmerk initieel te verbergen kunnen regels 2 en 3 elkaar niet meer tegenspreken, doordat ze geen 'anders'-acties bevatten.

Goed is bijvoorbeeld: (tussenkenmerk)


Kenmerk A - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk B - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk C - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk D - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk E - Enkelvoudige keuze (ja/nee)
Kenmerk F - Tekstveld

Regel 1: Als Contactkanaal = Alle opties, dan vul 'nee' in E
Regel 2: Als A = ja EN B = ja, dan vul 'ja' in E
Regel 3: Als C = ja EN D = ja, dan vul 'ja' in E
Regel 4: Als E = ja, dan toon F, anders verberg F


In deze situatie zal er geen conflict optreden, want door beide een tussenkenmerk op te nemen met initiele waarde 'nee' zal regel 4 enkel waar als de waarde van E in 'ja' verandert wordt door regel 2 en/of 3.

Let op: Het voorgaande voorbeeld heeft over het algemeen de voorkeur, omdat deze minder kenmerken en regels vereist, en een stuk makkelijker te begrijpen is. De inrichting met het tussenkenmerk heeft als voornaamste voordeel dat de gewenste actie door één regel uitgevoerd wordt, in plaats van door één regel voor elke voorwaarde. Wanneer de uit te voeren actie bijvoorbeeld het invullen van een stuk tekst is (die vaak aangepast moet worden) kan deze methode de voorkeur krijgen, omdat er dan slechts één tekst beheerd moet worden, in plaats van meerdere, wat minder beheer vereist en minder foutgevoelig is.