Rekenen en Vergelijkingen Samenvatting: verschil tussen versies
(→Complexiteit) |
(→Afronding) |
||
Regel 39: | Regel 39: | ||
=== Afronding === | === Afronding === | ||
− | + | Formules worden afgerond op 10 cijfers achter de komma. Een uitkomst die in als waarde in een kenmerk wordt opgeslagen wordt afgerond op twee cijfers achter de komma. | |
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
Tip: Gebruik eventueel [http://wiki.zaaksysteem.nl/Kenmerkformatting_overzicht Kenmerkformatting] om de getallen af te ronden op gehele waarden. | Tip: Gebruik eventueel [http://wiki.zaaksysteem.nl/Kenmerkformatting_overzicht Kenmerkformatting] om de getallen af te ronden op gehele waarden. |
Versie van 12 dec 2015 om 14:29
Inhoud
Algemeen
Rekenen en vergelijkingen met waarden van Kenmerken kunnen op meerdere plekken in het systeem gebruikt worden, namelijk:
- Direct in magicstrings
- Regel: Vul waarde in met formule
- Variabele teksten in documentsjablonen
Rekenen
Met formules kan de output aangepast worden door te rekenen met de kenmerkwaarde(n):
- Met elk type kenmerk kan gerekend worden, zolang de waarde een correct getal is
- Waardes die geen getal zijn worden als 0 geïnterpreteerd
- Delen door 0 geeft geen output
Rekentekens
De rekentekens die gebruikt kunnen worden zijn:
Haakjes: | () |
Keer/maal: | * |
Gedeeld door: | / |
Plus: | + |
Min: | - |
Afronding
Formules worden afgerond op 10 cijfers achter de komma. Een uitkomst die in als waarde in een kenmerk wordt opgeslagen wordt afgerond op twee cijfers achter de komma.
Tip: Gebruik eventueel Kenmerkformatting om de getallen af te ronden op gehele waarden.
Vergelijken
Met vergelijkingen kan gecontroleerd wordt of een waarde aan een bepaalde conditie voldoet. De output is dan "1" als de conditie waar is en "" als de conditie niet waar is. In deze vergelijkingen kunnen ook berekeningen opgenomen worden.
Operators
De operators die gebruikt kunnen worden zijn:
Naam | Teken | Voorbeeld | Antwoord | Kenmerktype |
---|---|---|---|---|
is gelijk aan | == | 2 + 2 == 4 | Waar | Alle |
is niet gelijk aan | != | 2 + 2 != 5 | Waar | Alle |
groter dan | > | 5 > 5 | Niet waar | Alle |
kleiner dan | < | 1 < 1.1 | Waar | Alle |
groter of gelijk aan | >= | 5 >= 5 | Waar | Alle |
kleiner of gelijk aan | <= | 1 <= 1.1 | Waar | Alle |
bevat tekst | ~= | "eks" in "tekst" | Waar | Alle |
komt voor in | in | 5 in [ 1, 2, 3, 4 ] 5 in array( 1, 2, 3, 4 ) |
Niet waar | Enkelvoudige keuze Keuzelijst |
Keuze kenmerken
De output van kenmerken van het type 'Enkelvoudige keuze', 'Meervoudige keuze' en 'Keuzelijst' zijn oorspronkelijk van het type Array. De 'in'-operator kan gebruikt worden om te zien of een specifieke waarde overeenkomt met één van de waarden die deze kenmerken bevatten. Omdat dit vrij omslachtig is voor de typen 'Enkelvoudige keuze' en 'Keuzelijst' die maar één waarde kunnen bevatten worden deze waarde omgezet naar het type String. Voor consistentie gebeurt dit ook met het kenmerktype 'Meervoudige keuze' waarbij waarden gescheiden worden door komma+spatie.
Samenvattend:
- Gebruik de 'in'-operator enkel voor 'meervoudige keuze'-kenmerken
- Gebruik alle andere operators voor alle andere kenmerktypen
Onderstaand is de exacte werking van de kenmerktypen en operators beschreven. Hier staan voor de volledigheid ook voorbeelden tussen die niet gebruikt zouden moeten worden, zodat aan de hand van dit gehele plaatje het beter te begrijpen is hoe en waarom de aanbevolen inrichtingen werken.
Kenmerktype | Waarde (array) | Waarde (string) | Vergelijking | Uitkomst | Toelichting | |
---|---|---|---|---|---|---|
Aanbevolen | Tekstveld | "Appel" | show_when { tekstveld == "Appel" } | Waar | Controleer of de waarde gelijk is aan X | |
Aanbevolen | Tekstveld | "Appel" | show_when { tekstveld ~= "ppe" } | Waar | Controleer of de waarde een stuk tekst bevat dat gelijk is aan X | |
Tekstveld | "Appel" | show_when { "Appel" in tekstveld } | Niet waar | De 'in'-operator kan niet gebruikt worden voor dit kenmerktype |
Kenmerktype | Waarde (array) | Waarde (string) | Vergelijking | Uitkomst | Toelichting | |
---|---|---|---|---|---|---|
Aanbevolen | Enkelvoudige keuze | [ "Appel" ] | "Appel" | show_when { enkelvoudige_keuze == "Appel" } | Waar | Controleer of de waarde gelijk is aan X |
Aanbevolen | Enkelvoudige keuze | [ "Appel" ] | "Appel" | show_when { enkelvoudige_keuze ~= "ppe" } | Waar | Controleer of de waarde een stuk tekst bevat dat gelijk is aan X |
Enkelvoudige keuze | [ "Appel" ] | "Appel" | show_when { "Appel" in enkelvoudige_keuze } | Waar | Hier kan beter de == operator voor gebruikt worden. |
Kenmerktype | Waarde (array) | Waarde (string) | Vergelijking | Uitkomst | Toelichting | |
---|---|---|---|---|---|---|
Meervoudige keuze | [ "Appel", "Banaan", "Citroen" ] | "Appel, Banaan, Citroen" | show_when { meervoudige_keuze == "Appel" } | Niet waar | "Appel" is niet gelijk aan "Appel, Banaan, Citroen" | |
Aanbevolen | Meervoudige keuze | [ "Appel", "Banaan", "Citroen" ] | "Appel, Banaan, Citroen" | show_when { meervoudige_keuze == "Appel, Banaan, Citroen" } | Waar | Controleer of het kenmerk exact de juiste invulling heeft. |
Meervoudige keuze | [ "Appel", "Banaan", "Citroen" ] | "Appel, Banaan, Citroen" | show_when { meervoudige_keuze ~= "Banaan, Citroen" } | Waar | Niet praktisch, omdat het enkel ingezet kan worden voor bepaalde combinaties. | |
Meervoudige keuze | [ "Appel", "Banaan", "Citroen" ] | "Appel, Banaan, Citroen" | show_when { meervoudige_keuze ~= "el, Banaan, Ci" } | Waar | Niet nuttig. | |
Aanbevolen | Meervoudige keuze | [ "Appel", "Banaan", "Citroen" ] | "Appel, Banaan, Citroen" | show_when { "Appel" in meervoudige_keuze } | Waar | "Appel" is gelijk aan één van de waarden. |
Meervoudige keuze | [ "Appel", "Banaan", "Citroen" ] | "Appel, Banaan, Citroen" | show_when { "Appel, Banaan, Citroen" in meervoudige_keuze } | Niet waar | "Appel, Banaan, Citroen" is niet gelijk aan één van de waarden. |
Functies
Verschillende functies kunnen toegevoegd worden aan vergelijkingen.
AND
De AND functie is 'waar' als alle voorwaarden 'waar' zijn. De voorwaarden moeten worden gescheiden door een komma.
show_when { and( waar, waar, waar ) } show show_when { and( waar, niet waar, waar ) } don't show show_when { and( niet waar, niet waar, niet waar ) } don't show
OR
De OR functie is 'waar' als minimaal één van de voorwaarden 'waar' is. De voorwaarden moeten worden gescheiden door een komma.
show_when { and( waar, waar, waar ) } show show_when { and( waar, niet waar, waar ) } show show_when { and( niet waar, niet waar, niet waar ) } don't show
NOT
De NOT functie is 'waar' als de voorwaarde 'niet waar' is, en omgekeerd, is 'niet waar' als de voorwaarde 'waar' is.
show_when { not( niet waar ) } show show_when { not( waar ) } don't show
Functie voorbeelden
AND
show_when { and( voorbeeld_kenmerk == "Citroen", example_kenmerk * 4 == 8, beispiel_kenmerk == "Akkoord" ) } show_when { and( "Citroen" == "Citroen", 2 * 4 == 8, "Akkoord" == "Akkoord" ) } show_when { and( waar, waar, waar ) } show_when { waar } show
OR
show_when { or( voorbeeld_kenmerk == "Appel", voorbeeld_kenmerk == "Peer", voorbeeld_kenmerk == "Citroen" ) } show_when { or( "Citroen" == "Appel", "Citroen" == "Peer", "Citroen" == "Citroen" ) } show_when { or( niet waar, niet waar, waar ) } show_when { waar } show
NOT
show_when { not( voorbeeld_kenmerk == "Appel" ) } show_when { not( "Citroen" == "Appel" ) } show_when { not( niet waar ) } show_when { waar } show
AND, OR, NOT
show_when { or( niet waar, and( waar, not (niet waar), waar ), not( or ( and ( waar, waar ), niet waar ) ) ) } show_when { or( niet waar, and( waar, waar , waar ), not( or ( waar , niet waar ) ) ) } show_when { or( niet waar, waar , not( waar ) ) } show_when { or( niet waar, waar , niet waar ) } show_when { waar } show